»Getrouwe knecht-van-vermaak als het Toonecl geworden is, * af schijn eener overheerschende klasse, kan er in onafzienbare »tij den niets van uitgaan, tenzij wij er in slagen een zoo krachtig «propagandamiddel binnen onzen machtskring te betrekken. Doch »wij weten wel dat dit — zelfs voor een klein deel — niet gelukken kan, omdat de bourgeoisie het verkondigen eener nieuwe levensbeschouwing onder geen voorwendsel op de planken dulden zal. Het tooneel is thans het muffe, kunstlooze tijddoodings-ding van een klasse ”
(»De Nieuwe Tijd«, 3e Jaargang no. 5).
» Volgen wij evenwel eene rustig-bedachte
theelepeltjes taktiek ”
(Een gasthuis. De kamer van den geneesheer-directeur. Boekenkast. Tafel met
instrumenten en glazen.)
EERSTE TOONEEL.
Eerste dokter. Tweede dokter. De assistent.
De assistent. (Hij draagt een gesloten zinken doos, set die op tafel.) Voila! — Frisch heeren. — ’k Ben katterig.
Eerste dokter. Heb je wacht gehad?
De assistent. — En geen uur gemaft.
Tweede dokter (door het raam kijkend). Verduiveld embètant zoo’n bezoekdag. De binnenplaats staat vol. Wel zeker. Kijk ’r ’s. Nee — daar. Zie je die óüwe juffrouw? Jawel — ’n worst en ’n koek en ’n pak chocolade. We zullen ’t oog op je houen, juffie, 'tls toch ergerlijk dat ze ’t niet begrijpen! Verleden week heeft ’n verpleegster in ’t bed van ’n maagkankerlijder zes harde eieren gevonden. Werk daar tegen! Ezels!
TWEEDE TOONEEL.
De vorigen. Een verpleegster.
Een verpleegster. Dokter — nummer zeventien geeft weer op.