HEIJERMANS
VIJFDE TOONEEL ADAM LUKAS GONDA MARJOLEIN ANNEKE LUKAS
Wat kijken jullie nou! Zegt niemand wat?
Die hand heeft hij gedrukt. En dat gejuich Is pas het zwak begin, Let op mijn woord!
Grootva kom] hier, kom hier! Kijk uit het raam!
't Zijn er meer dan duizend uit de buurt,
Die zich verdringen om 't model te zien!
(lacht uitbundig) Raket houdt het zoo trotsch de hoogte in,
Als heilgebeeld in een proeessiestoet!
Ja juichen jullie maar! Ik jubel mee!
(rukt het doek van den ren) En jij ook, haan! Hou niet je snuit! Kraai op!
Hij heeft mijn hand gedrukt! Hij neemt het aan!
Nog voor de herfst in 't land, draait bij den stroom Het wonderrad, dat door mijn hoofd gebouwd....
GONDA
En als 't niet lukt — als hij je niet betaalt?
Je nam zoon snel besluit — zoo zónder geld....
Jij raadpleegt nooit — wij waren toch V bij!
LUKAS
Al blijft het bij de kippen en den haan —
(tot den haan) Kraai op! De heele wereld kraait vandaag!
Zit niet zoo suf, jij slaaprig mormeldier! —
Al word ik door hèm vorstlijk opgelicht:
Heb jij de grap gehoord? — ik dee 't hem!
— Als ik de kracht van Stroom en Vloed verplaats,
De bakken zie bewegen en Bet rad Tusschen de rotsen vliegwielt in de lucht —
Dan geef ik, vrouw, niet dat om heel de som,
Want hier draag ik nog zoo-veel plannen rond:
Mijn schatkamer is nog niet uitgeput!
(een stilte. Het volk juicht buiten) Er is nog wijn! De eene flesch is vol!
Nou wijf: blijft 't ’n feestdag ja of nee?
61