DAGERAAD
Dat driftig-steigerend op hol gaat slaan In een héél aardig, vruchtbaar droomenland!
Als ook die toestel zulke sprongen maakt,
Vrees ik, dat Uwe Hoogheid is bekocht.... LANDHEER Bekocht? Waarom? Het lijkt me niet zoo dwaas! KLOOSTERBROEDER *t Is zotteklap, dien men niet ernstig neemt! LIJFARTS De zon! De vloed der zee! Hoogheid, ik pas! LANDHEER Dat doe ik mee, als hij is uitgepraat.
Geeft hem zn kans! Ik bind mij nog tot niets. LUKAS
Bij vloed en eb en als de bergstroom valt,
Grijp ik de stuwkracht in de bakken hier.
De tegenwichten snoeren 't ijzer juk En dwingen ’t schepbtad op 't watervlak,
Al naar de stand der bovenstrooming is.
Bij vloed stijgt de balans als weegschaal mee,
Bij eb daalt zij door 't drukkend tegenwicht.
Het tandrad hier draagt de beweging voort En perst de stang in deze zuigerkolf,
Terwijl de as in kussenblokken draait.
Dit is de aanzetspie en dit het wiel,
Dat met zijn reuze-schijf het doode punt Door wentling dezer stangen overwint.
Hier is een ijzeren kruiskop aangebracht,
En hier een tweede as, die met haar hals In lagers rust en ’t tandrad snorren doet,
Dat op zijn beurt het rad van het pedaal Zonder het trappen van één voet beweegt.
Wat nu nog honderd-duizend menschen doen, Doet hier de kracht, die als een droom jonkvrouw Door 't lachend wekken van den prins ontwaakt. Wij hebben, Hoogheid, thans een dubble keus:
De sterke bergstroom hier of daar de zee.
De bergstroom staat gereed en biedt een kans, Die wetenschappelijk onfeilbaar is —
En als de bergstroom in den winter stokt,
Draait vóórt het raderweb door d’ eb en vloed,
52