HEIJERMANS
EERSTE TOONEEL
RAKET BLINDE MARJOLEIN
RAKET (praat met de dieren, terwijl hij het kleed bevestigt)
Nou vraag ik je: is dat geen dólle haan?
Die kakelt als een kip en schopt lawaai En wringt z n kop tusschen de spijlen door En denkt dat h ij de wijsheid heeft in pacht!
Weg met je lellen en je roode kuif,
Vort met je kam en je brutale snuit!
Ik doe voor 't laatst den lap er voor. En koeschtl I k zeg ’t is avond, nacht. Wip op je stok!
Goed zoo. ’n Lust hoe ik den dief dresseer....
De grootste schreeuwer wordt in 't donker tam.
Wat jij?
BLINDE MARJOLEIN (glimlachend)
... .Ja, in 't donker wórd je tam....
RAKET (de werkplaats bekijkend)
't Ziet ’r waarachtig voor ’n bruiloft uit!
Geen spaanders en geen zaagsel op den grond,
Geen draaibank en geen kit — geen kluiten verf!
Als straks de Landheer hier is! op bezoek,
Zal-ie gebluft een gat slaan in de lucht.
Snij ’k nou de poppen van de lijnen af,
Dan wordt 't héélemaal 'n kenniskeet!
(klimt op een kruk, aarzelt) Nee, nee, verdraaid! Niet één doet óns 't na In ’t dorp. Wie hakt ’r oogen in ’t hout,
Die open gaan en weer vanzelve dicht?
Niet een verstaat het groote wonderwerk,
Om ze te laten zeggen paaaa of maaaaa —
Papa — mama! dat je ’t zelf gelooft!
(betast de poppen) En dan jij kleeft — en jij ben nog klesnat,
En als 'k tel de ouwe rekensom:
Beter tien poppen veilig in de lucht
(bedoelt het model op de tafel) Dan wat te hóóg vliegt — boven je verstand.
De Landheer zal niet weten hoe-ie 't heeft:
Hier hangt een Koningin aan d’ eigen nek,
39