DAGERAAD
NEGENDE TOONEEL
MARJOLEIN GONDA
GONDA (neemt Lukas' bord en glas)
Wat kijk jij toch!
MARJOLEIN
'k Ben bang.
GONDA
Om wat?
MARJOLEIN
Om niets.
GONDA
Als jij daar straks den sleutel niet----
(verwonderd op het raam toegaand)
Met wie
Gaat Lukas heen? — Is dat Andrèas?
MARJOLEIN
Ja.
GONDA Wat moet dié van hem?
MARJOLEIN
Vraag 't Lukas zelf,
GONDA
Als-ie 'm maar niet meeneemt naar de kroeg!
Schei uit met je gehuil! 'n Zuster die 'r Schik in heeft te klagen aan een stuk,
'n Kind dat ziek is en ellendig drenst,
'n Halve gekke man — wat zeg ik: half? —
'rLoopen wijzer rond, die stapel zijn!
Bij God, had ik geen meelij met 't wurm,
Dat met ’r zwakke longen snakt naar lucht,
Ik stak geen hand meer uit!
(verwoed af)
26