DAGERAAD
MARJOLEIN Zoo sprak je....
LUKAS
.....Nooit! — 't Is enkel ochtendluim, Luim als een hagelbui op lentedag!
Spot niet de zon met hardsten hagelsteen?
Haha! n Mensch is grappig stemmingsdier!
Onthou het, Marjolein, dit is dè dag Der dagen, in het teeken van de geit,
Die straks weer in de stalling blerren mag,
Terwijl de hoenders kaaklen bij den leg!
MARJOLEIN Heb je dan tijding al?....
LUKAS
Doe eerst 'n eed!
MARJOLEIN (lachend)
'n Eed?
LUKAS
'n Eed van zessen klaar!
MARJOLEIN
Op wat?
LUKAS
Op wat je lief is, en — de géit vooral!
Zweer als een monnik, dat je mond een graf Zal zijn — vier, vijf minuten, een kwartier!
Langer houdt zelfs geen graf de tanden saam! MARJOLEIN Ik zweer!
LUKAS
Nee, zwaai je vingers niet zoo wild!
Met je geheven armen raak j' een pop,
Nat in de verf!
MARJOLEIN
Toe, Lukas, plaag me niet!
Ik sta te beven, dat je tijding heb____
LUKAS
Ik ook.
MARJOLEIN Weet je dan niét?
LUKAS
'n Déél!
22