HEIJERMANS
LUKAS
Als je één vinger wijst,
Naar wat daar staat....
(tot Adam) Roep *r terug — of ik____
MARJOLEIN Ik bid en smeek je, Gonda, doe ’t niet!
GONDA (dreigend boven op de trap)
Heeft hij geluisterd, als ik vriend’lijk vroeg?
Kent hij z’n plicht als man? Ik ben het zat!
LUKAS (bij de trap)
Weet wat je doet! ’kHeb als ’n slaaf, ’n dief,
Bang voor jouw kijken en voor je gesnauw,
In stilte van den nacht gezocht, gewroet!
Geen oog heb ik in maanden dicht gedaan,
Geen steun, geen vriend’lijk woord van je verlangd, Me ingehouden, toen je ’t eerst model In bui van redelooze haat verwoest,
Maar nu ’t nieuwe klaar is, prachtig af,
Nu ’k daarop heb gebouwd m'n liefste hoop,
Nu zeg ik jou, dat ik geen uur meer blijf,
Dat je me nooit terug ziet, als je hand Nog eens dat domme gruwelstuk begaat!
Doe dicht de deur! 'k Waarschuw voor het laatst! GONDA
Al loop je op staanden voet, ik lach 'r om!
LUKAS Gonda!....
ADAM
Hard tegen hard, wie wint 'r bij?
Maak niet je vingers vuil aan z n geknoei!
Jij heb 't goddelijkste recht — maar toch,
Dat is de weg niet, waarmee jij 't wint!
Heb ik je ooit n raad gegeven, die Niet goed was en berekend? Geen geweld!
GONDA Moeten we beed'len gaan?
(Marjolein is de trap op geslopen, sluit de deur, tast de treden af, den sleutel in de hand)
15