DAGERAAD
En eiken morgen, of ‘t geolied gaat:
'k Ben nooit met ’t verkeerde opgestaan!
(vlucht halverwege de trap op)
GONDA
Kom ’r eens af, schavuit en duivelskind!
RAKET
'nDuivelskind — Mn vader bakte brood----
ADAM
Nou, nou, Raket! — 'tls welletjes geweest!
RAKET
*rls belet, bene jen aan de trap____
GONDA (schreiend)
Hij leert 't van Lukas, Ik stik in zorg»
En hij blijft dag en nacht tijd morsen als ’n Dwaas! Smijt, vader, toch je messen neer!
’kHeb meelij, als ’k jou zoo wurmen zie,
Terwijl je zoon geen hand uitsteekt tot hulp,
Pas op! — Als ik je speelgoed-klungels vind,
Gaan ze als brandhout in ’t keukenvuur!
Dat zweer ik je!
(Raket gaat naar zn kruk)
LUKAS
Je hoeft geen ééd te doen«
Je heb m’ al ééns verrast met vlammengroet Van de modellen, die ik maandenlang,
In stilte en — in angst! — gesneden had!
En toen je tranen in m n oogen zag,
Heb je geschaterd om mn laffen aard! n Tweeden keer, doe jij de misdaad niét....
GONDA
n Misdaad is 't, als ik jou laat begaan!
Je heb n kind, 'n vrouw, *n huisgezin!
Laat vader spreken! Heb ik geen gelijk?
Jij sart n mensch, dat-ie geen raad meer weet!
(de trap op loopend) Wat ik hierboven vind, trap ik in twee....
LUKAS
Je blijft 'r af! Ik zeg: raak het niet aan!
GONDA Dat zul je zien!
14