DAGERAAD
VIJFDE TOONEEL DE VORIGEN GONDA
GONDA
Ben je haast klaar, Paljas? Werkt niemand hier?
(tot Raket)
Schiet op, kwajongen! — Vader, schaam je toch! LUKAS Ik was juist bezig....
GONDA
Bézig, jij? Ach kom!
'k Praatte niet met jou! Vooruit Raket!
Jij snijdt de poppen met je mond en tong,
Jij snijdt ze snurkend in je warme bed!
Jij schudt ze uit de mouw — en eet voor zes!
LUKAS
Ja, ja, m'n buik wordt als 'n ton zoo rond....
Als 'k weer geen af snauw krijg, en je me niet Op slag den grond inkijkt — hoe is ’t kind?
GONDA Dat raakt je niet!
LUKAS
Da's lief....
GONDA
... .'n Vader jij!
Als niet de ouwe man hier tot den nacht Z'n stramme handen aan den arbeid hield,
En wij niet telden élke kruimel brood,
Zou 't kind, waarvan jij vader heeten wil,
Het stumpertje, dat nou al weken ziek,
Geen warmen hap meer krijgen! — Hou je mond! LUKAS Ik denk, mijn beetre helft....
GONDA
Aan j'eigen ik,
Je eigen lust, je eigen tijdverdrijf!
Omdat het kind je stoort, slaap jij toch daar!
Heb je vannacht je nachtrust wel gehad?
Je volle rust sinds gisteravond vroeg?
LUKAS
Nee, harte-zonlicht, er ontbrak wat aan....
12