HEIJERMANS
VIERDE TOONEEL DE VORIGEN RAKET daarna LUKAS RAKET
Hij lei te snurken nog,
Te snurken als 'n os — en angekleed!
Nog eens die treden? Nooit!
(glijdt langs de leuning omlaag) Dat 's werk gespaard! Maar* niet m'n broek. Verdraaid, 'n scheur bij ’tkruisf Alleen, geen kruis waarbij m'n moeder zweert,
Als het in spinrag staat. Dat kost me slaag En links èn rechts èn in de buurt van 't gat!
In 't eerste uur kom 'k thuis niet van m'n stoel.... ADAM
Begin dat hier! Hier heb je ’r voordeel van!
LUKAS
(tot Marjolein, die de trap op wil) Nee, jij de trap niet op! Ik kom benee!
Goemorgen, vader! 'k Heb geen haan gehoord.
Had hij niet bij m'n bed gekraaid, gepord,
Dan lei 'k, alle drommels, nog in slaap En droom. En wat een! 'k Had de poppen-koorts, Ha-Ha! Die daar, die met 'r dikken kop,
'r Loensche oogen en 'r lange tong,
En die schavuit — o, jij vervloekeling! —
En die, en die — die hebben rond m'n bed,
Er onder en er op, gedanst, gehost,
Geschreeuwd, gestampt, gegild, dat 'k hoofdpijn heb, En van dien heksen-sabbath nog half soes! Waarachentig! (neemt het eten aan)
Dat is voor jou, Raket.
RAKET
Droom, dank-ie, van de poppen dikwijls nog!
ADAM Eet jij niet meer dan dat?
MARJOLEIN
Geeft-ie 't weg?
Je wordt nog ziek, Lukas, Vannacht tot vier,
't Was vijf misschien, zat je bij arbeid op....
9