lachend met quasi-dreigenden wijsvinger)... Mijn gebeente, proletariërs!... Heeft God.. ?
Eerste Rakker: (hem weer vastgrijpend)... Ja, ja, ’t is goed! Vooruit!
Sero. Heeft God ons niet naar zijn evenbeeld geschapen? Past ’t jullie, proletariërs, een zoo voortreffelijk evenbeeld...?... Au!... Au!...
Tweede Rakker ’ns Kijken, Evenbeeld, wie ’t
kortste van stof is — jij of de paternosters!... Doe de deur open, kameraad. Dat hou ’k alleen...
Sero: (terwijl de eerste Rakker de getraliede deur ontsluit)... Heb jij wel ’ns gehoord, vriend, hahaha! — van — van — breek m’n polsen niet, man! — van zeker wereldsch en voorwereldsch gezegde — ja, hoeveel eeuwen geleden wel?... Heb je naaste — au! au! — heb je naaste lief — au! — gelijk jezelf..?
Eerste Rakker : (hem in den nek grijpend en in 't hok smijtend)... Afgeloopen! De rest schenken we je! (sluit de traliedeur.) De rest vertel je aan de heeren zelf! (tot Soldenier)... Laten praten! (betikt z’n voorhoofd.) Half simpel, driekwart gek! (af)
128