De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



over de trap binnenkomen van den Hopman door Droomelot voorgegaan). Is dat — is dat ’t kind ?

ZEVENDE TOONEEL.

Droomelot, Hopman, De Regent, Sero, Regina, Jus.

Hopman : Ja, Excellentie! ’t Heeft wat lang geduurd, omdat ik eerst wat smakkers, schreeuwers en slamp-pers — vriendjes van hém! — van ’t plein heb lèten smijten... Ze wouen weten waarom hij...

Regent: (hem met de hand wenkend te zwijgen). Ja, ja! (tot Droomelot). Ben jij....? Wat dichterbij. (stilte). Nog dichter! (stilte). Ben je — bang? (stilte). Nu, schiet ’r geen enkel woordje over? Hoe is je naam? (nijdig) Mij aankijken! Niet die mènschen ! Je voornaam!

Droomelot: Droomelot!

Regent: Droomelot! Droomelot! Hè-hè-hè! Is dat de nieuwste christennaam? Wie heeft jou zoo gedoopt? In welke kerk?

Droomelot: In welke kerk? (haalt Sero aankijkend de schouders op) Dat weet ik niet.

Regent: Nooit in ’n kerk geweest?

170

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.