De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



of morgen ’t loon voor d’eersten nacht gestreken -of is de goudvink al geknipt?

Regina. (woest opstuivend) Dat lieg je, lieg je ! ’k Ben zóó’n loeder niet, om bij d’onschuldige oogen van m’n eigen kind...

Regent : Vergeet jij, lichtekooi, dat ik de hoogste magistraat!

Regina : (heftig) ’k Lap alle magistraten an m’n zool! Ik heb lang genoeg m’n lippen stuk gebeten! ’t Zit me tot hier, tot hier! Mot ik nog pootjes geven als ’k wor gepest!...

Jus: Als jij je toon niet matigt...

Regina: Wat dan? Wat dan! Doe jij maar wat je wil! Ik ben geen waardin voor me eigen dochter! Bij me in ’t huis heeft ze geen stap gehad, geen stap! ’k Heb op m’n stoep gestaan, bang voor ’t zonlicht en de menschen — en op m’n stoep heb ik met haar gepraat, ’k Weet wat ik ben — plezier voor kerels in den nacht en goed voor alle vuil zóo als ’t daglicht schijnt! 'k Weet wie ik ben! Maar zoo gevallen, om ’n kind, dat ik gezoogd, aan dat bestaan, dat rot bestaan, te geven — ’r na te laten kijken als ’n schurftig dier — ’r voor ’r jonge leven te verdoemen, te vervloeken — ’r ook te laten grienen uur aan uur — zoo’n smerig beest ben ik nog niet, wor ’k nooit, nee nooit!

168

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.