Regina. Ik heb ’r eerst ontmoet op straat — toen is ze vier, nee: vijfmaal op bezoek geweest....
Regent ’s Avonds? ’s Nachts?____
Regina ...’s Morgens. Dacht u dat ik — als moeder..?
Regent. Ik denk.... ik denk.... Dat raakt je niet! (plots weer fel)... Zoo, zoo, ha-ha!... ’t klopt als ’n bus met wat ze ons berichtten! (tot Sero). Jij, burger Sero, wist dat niet? Jij wist niet dat je kind, je minderjaarge dochter, op bezoek ging bij ’n slet, ’n alle-kerels-lief? (tot Regina die zich verdedigen wil) — Wat ben jij anders? Hou je mond! — Jóü was dat niet bekend?
Sero. Ik wist van d’ eersten keer — toen ze mekaar op straat.... ’t André heeft m’n kind verzwegen..
Regent. Ja, ja.... Dat antwoord wachtte ’k! Maar toen dien eersten keer — heb jij je dochter niet gezegd wat of ’r moeder was en is?
Sero. Nee.
Regent. Nee? Nee?
Sero. Nee!
Regent. Waarom niet, ridder met de waarheid — in je schaduw?
161