De schoone slaapster

Titel
De schoone slaapster

Jaar
1909

Druk
1911

Pagina's
134



fluistert haar wat toedan tot wachter). Je blijft ’r bij!

Droomelot. Dan spreek ik niet — en zoek m’n moeder later op! (Regent loopt woest op en neer, wenkt wachterbeiden afde deur blijft open.)

VIJFDE TOONEEL.

Droomelot, Regina.

Regina. Dus — is ’t waar?

Droomelot. Wat, moederlief?

Regina. Wat overal, in elke straat ’n ieder zegt dat jij en hij... (Droomelot knikt) O, lieve Jezus, ’t is mijn schuld! En ik — ik ben jou niet tot schrik geweest, tot voorbeeld hoe je ondergaat, als je je eenmaal geeft...

Droomelot. Ik heb me niet gegeven — (hard en trotsch) gééf me niet!

Regina. En jij en hij ? — je knikte toch!

Droomelot. Die man wordt enkel vader van ’n kind, dat ’k leeren zal hoe men hèm haten moet...

Regina. Dus... Dus... Jij ook !

Droomelot, Ik ook je hoeft niet bang te zijn, dat ik ook op jou óóit neer zal zien!

238

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.