76 TWEEDE BEDRIJF, 24e TOONEEL
Annemie:
.... Te danke ?.... Ik ?.... (de vuisten ballend) .. .Ik te danke ... Ik die van me kinderjare d’r slaaf ben geweest, d’r vuil heb
geredderd, d’r po's heb geleegd, d’r schoene gepoetst Ja,
'k héi ’m, hél 'ml En ’k ken 'm van buiten, van buiten, woord
voor woord, beter as me naam — 'k héi’r 200 me lol an gehad — 200 zitte spinne van plezier dat jij 'r deur uit zou____
Cor:
... Is ’t genoeg I... Jij kwaadaardig schepsel, jij levend vergift.. (naar’t raam toegaand) Nou?____
Annemie:
.... Ga je gang Doe wa-je niet late ken....
Cor (aarzelend):
....Voor twee honderd?.... (zij zwijgt) Als de recherche *m bij je vindt, krijg je geen cent — en ben je d’r bij.... Je sleutel is voldoende bewijs.... (zij zit in nadenken) ....Met je loon mee twee honderd vijftig____
Annemie;
.... Driehonderd____
Cor (grimmig):
Goed. (schuift het raam weer open, werpt een geldstuk omlaag) ....Dank je, jongen — 't is niet meer noodig....
Annemie:
Eerst de cente.... (hij opent zn bureau, legt drie bankjes voor haar neer) .... En me sleutel____
Cor (de hand op alles leggend):
...,De brief....
Annemie:
....As 'k hier niet geknipt ha gezete, en niet zoo stom was ge~
weest 'm bij me te drage, ha-je 'm nooit (bukkend naar haar
schoen, dien zij uittrekt) ....da’s ’t geheime laatje van me sikkre^ tair.... ha~je’m nooit uit me poote gekrege.... Affijn ik ken 'm van buiten — en as je’m geleze heb, beleef'k nog me plezier .... (hem overreikend) .... Exkeseer, dat-ie zoo warrem is.. (graait het geld van de tafel) Zoo nou ken 'k me koffer boven fatsoendelijk sluitel (hij opent de deuren) As’k eerder
an me stakker van ’n hond ha gedacht, die je naast de gasmeter ha-je meer kenne dokke____