TWEEDE BEDRIJF, 23c TOONEEL 73
dige stemming, in die zieke stemming heeft hij.... hij (snikkend) .... heeft hij haast met geweld.... Ik was zoo laf, zoo afschuwelijk laf.... heb zoo geleden, zoo vreeselijk geleden... wou me verdrinken — dorst niet — wou me vergiftigen — dorst niet — wou wegloopen — dorst niet — wou die meid.. dorst niet....
Cor (ingehouden):
....Als die meid je niet verraden had, zou'k dan ooit’n woord van jou lippen gehoord hebben?....
Stans (schudt lang het hoofd in ontkenning — dan angstig~ langzaam):
Ik dorst niet dorst niet — omdat 'k zooveel respect voor
je heb.... (snikkend) .... en zoo waanzinnig-veel van je hou____
Cor (staat'n moment in gefolterd nadenken — gaat naarde tafel, smijt er het valies op, zet zich met de rug naar haar toe).
Stans:
Cor— Cor ’t Is zoo'n hel hier geweest«— zoo’n pijnbank..
Elk uur, elke miuuut dacht’k an jou, jou.... smeekte'k God om me te laten sterven.... Met m’n bloote borst heb 'k voor ’t open raam gestaan, om ongeneeslijk-ziek te worden.... De
krankzinnigste dingen heb’k uitgehaald, om, om telkens
met angst, angst voor den dood.... Drie eindelooze maanden ben'k aan die meid die meid — overgeleverd geweest met handen en voeten gebonden overgeleverd door 'n brief dien ze gestolen moet hebben 'n brief met alles, alles 'r in — 'n brief van mij aan jou, Cor — aan jóu, Cor — 'n brief, dien *k wanhopend laat in den nacht schreef — dien 'k den volgen--
den morgen weer wou verscheuren ’k Zou 'm toch nóóit,
nóóit gepost hebben?____
Cor:
Heeft zij dien.... ?
Stans:
.... Gestolen.... Uit je bureau of ergens anders uit — 'k Wou
'm terug.«., soebatte'r.... dreigde’r.... met de politie 'r
Was geen bewijs.... En als de commissaris ’m bij 'r gevonden had, zou’k van schaamte.... O, wat heb'kgeleden?—Ze heeft me zulke ontzettende dingen angedaan, me zoo gemar*-
teld, vernederd, in 'r macht gehouen Wat ben ’k blij, dat
jij’t eindelijk wéét, wéét, wéét?.... Wat ben’k blij, dat't met de nachtmerrie uit is dat jij 't óók weet *— dat 'k me niet