TWEEDE BEDRIJF, 22e TOONEEL 69
krege hei. Ik wil wel gaan. Ik zeg niet nee. Ik hou fatsoenlijk me mond. Ik babbel geen overtoge woord. (af).
TWEE EN TWINTIGSTE TOONEEL.
STANS, COR, BETTINA.
Stans:
Heb je'r de dienst opgezegd? — Waarvoor?
Bettina:
Omdat zóón meid niet te houen is. Cor heeft gróót gelijk. Als jullie vandaag verlegen zitten, wil ik je Aagje wel leenen.
Stans (benepen):
Moet ze dadelijk?
Cor:
Waarom vraag je dat zoo angstig?
Stans:
Ik? Heb ik dat angstig.... Hoor u dat, tante? Nee, da's.... Cor (kalm):
....Die brutale, oneerlijke meid, heb jij gister nog ’n rijkeluis-fooi gegeven, niewaar?
Stans (verlegen):
'n Fooitjè
Cor:
Hoeveel als 'k vragen mag ?
Stans:
'k Geloof....
Cor (bedwongen):
'k Vraag niet wat je gelóóft — ’k vraag hoevéél.
Stans (aarzelend):
Wat ben jij klein geworden! Intresseert jou dat?
Cor:
Dat intresseert me?
Bettina (sussend):
Kinderen, kinderen....
Cor (bedwongen):
’k Vraag toch iets héél gewoons, niewaar, tante? Hoeveel was dat fooitje?