TWEEDE BEDRIJF, ACHTTIENDE TOONEEL 63
Cor (Dirk aankijkend):
O, ben jij 't heerschap van gisteravond? Was onze wijn niet te slecht?
Dirk (verlegen-lacherig):
Nou, 'k hei ze wel kwajer geproefd? En de sigare ook____
Cor:
En de sigaren ook? (glimlaehend naar 't schrijfbureau wijzend). ....Van dié?
Dirk (verlepen-grunnekend):
Van die? Daar weet 'k nie van.
Cor:
En me schrijfbureau stond zoo gastvrij open?
Dirk:
Welnee, dat was potdicht. Waar of niet, Mina?
Mina (angstig):
't Bero is niet open geweest.
Cor:
Ja, ja. Vergissingen zijn menschelijk. Neem me niet kwalijk. Hoeveel is de vracht?
Dirk:
Zestig cente, meneer.
Cor:
Asjeblief, (uit ’t bureau 'n sigaar nemend). En da's 'n extra. Dirk:
Dank u wel. (zonder naar de sigaar te kijken) Zoo’n Poer la nobles is 'n zweetdroppel waard.
Cor (scherp):
’k Merk dat je 'n kenner ben. Pour la Noblesse, heel goed? Dirk:
As ’k nog zoo vrijpostig mag weze____
Cor:
....Vrijpostig? Dat is in de familie toch niet mogelijk?
Dirk (grunnekend):
Hèhèhè? Nou neemt meneer 'n loopie met me. 'k Wou alleen vrage, of as mevrouw nog is 'n twééde meissie gebruike ken____
Cor:
'k Zal de boodschap overbrengen.