50 TWEEDE BEDRIJF, ACHTSTE TOONEEL
ACHTSTE TOONEEL
DE VORIGEN, ANNEMIE.
Annemie:
De kruier komt daalijk. Hij is al naar ’t station, 't Is me eige neef. In vertrouwder handen ken 't niet.
Cor:
Da s goed. En dan wou 'k je nog zeggen, Mie, al zal 'k 'r niet veel woorden over vuil maken, dat zoo iets als van gisteravond geen tweede keer moet gebeuren. Nee, praat maar niet tegen I Als je niet van af ons trouwen bij ons geweest was, zou 'k je op staanden voet de dienst hebben opgezegd. Ik zeg je toch om niet tegen te spreken....
Annemie:
....Nou ja maar....
Cor:
Je nou-ja-maar interesseert me niets! Je had 'm gewoon om,
pimpelaarsterl In me studententijd had 'k 't je niet kunnen verbeteren. Hahaha! Je schijnt ze te kunnen reiken 1 Hahahal Licht je rokjes eens op____
Annemie:
Me rokke?....
Cor:
— Sinds wanneer doe jij boodschappen op m’n vrouw d'r toffels?
Annemie:
Nee, dat zit u niet glad — die hei-’k gisterenavond van me~ vrouw gekrege.
Stans:
Da’s waar. Hoe kon 'k zoo gedachteloos zijn....
Cor:
.,..Je zei toch....
Stans:
.... Ja, dat zei ’k.... 'k Was ’t heelemaal vergeten.
Annemie;
Nou da’s ook iets. Je zou iemand op die manier in 'n raar paraket brenge. (af).