11.
WAARIN IETS NADERS OVER DE MULTI-MILLIONAIH ARTHUR RONDEEL.
De schitterende auto van de heer Arthur Rondeel, hoofdfirmant van de Internationale Bank, wachtte voor de betraliede vensters van het Bankgebouw op de Keizersgracht. Ware het voorjaar of zomer geweest, en de tijdsomstandigheden minder drukkend, dan zou de heer Rondeel ’t vermoedelijk bestaan hebben met de luxe-wagen direct door te rijden, zonder van de trein naar Parijs gebruik te maken — ’r waren wel tochten van langere adem, tot in ’t hartje van Hongarije gemaakt.
Nu was de zaak niet alleen van urgenten aard, moest de dringende aangelegenheid, die men niet zo discreet had kunnen behandelen, of ’r was op de Beurs iets — wel niet ’t ware, maar dan toch iets van uitgelekt, en dat natuurlijk met de gevolgen van ’n reactie in de Aandelen en Preferente Aandelen van de Internationale, die in de laatste jaren toch al beneden pari, met ’n winstuitkering van acht procent en ’n reserve van 30 procent van het maatschappelijk kapitaal, waren geraakt — móést de dringende aangelegenheid binnen een paar dagen met de vertegenwoordigers der regering in ’t reine zijn gebracht, doch diende de heer Arthur Rondeel evenzeer uiterlijk Donderdag terug te zijn, om bij de huwelijks-inzegëning van z’n enige dochter Clotilde, ’t meest-verrassende en luxurieuze feest mee te maken, dat nog ooit in particulier© kringen gevierd was geworden. Het was ’n programma van drie dagen: Dinsdag, Woensdag, Donderdag — Dinsdag een tocht op een der tijdelijk-opgelegde passagiersschepen van de Zee-vaart-onderneming, waarvan de heer Rondeel president-commissaris was — Woensdag diner met bal en vol orkest op ’t magistrale buiten in Aerden-hout — Donderdag déjeuner-dinatoire in ’t Paviljoen van ’t Vondelpark, receptie achter het Rijksmuseum en speciale voorstelling in de Stadsschouwburg.
’t Zouden dagen en nachten vol surprises worden, en niet voor de grootste wereld-transactie zou de heer Rondeel, sinds tien jaar weduwnaar, dat festijn in de steek hebben gelaten.
In ’t Privé-kantoor van de Directie was ’t ’n zenuwachtig jachten, om alles voor ’t vertrek te regelen.
’t Had ’r meer gekoortst. Eens, bij een dier Beursperiodes, met moeilijk-onderdrukte paniek-stemmingen, was de heer Rondeel op één dag heen en weer naar Londen gevlogen, z’n duizeligheid overwinnend — hij voelde zich al ongemakkelijk als hij twee-hoog op ’n
7