De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



met buitenlanders bederf je op zo’n manier de naam van je hotel, wat?.... ’k Mot haast denken, dat ze liever op d’r gemak in de Restauratiewagen — ofschoon dat ook weer niet ken, omdat ’r eerst ’n Restauratiewagen in de trein van half tien is...

„Ja, ja”, praatte de heer Duporc mee, z’n eitje doorlepelend, en nog maar betrekkelijk geïnteresseerd.

Von Rotterdam uit had de Dordtse collega naar alle grensstations ’t alarmbericht en ’t signalement zowel van Jan Kikker in de moordzaak van Arthur Rondeel, als dat van Jan Tulp in de berovings-aangelegenheid van mevrouw de weduwe Menzei Polack verzonden. De vlucht per boot naar Engeland of Amerika was onmogelijk.

’n Goed speurder liet zich door geen bijkomstigheden afleiden, moest ’r vooral voor op passen niet overal spoken te zien. Wanneer-ie zes uur-vier-en-twintig nam, was-ie met de boemel om half negen in Roosendaal, bijtijds genoeg om de aangehouden Slaapwagen nader te onderzoeken en in Esschen ’t Passen-Bureau te controleren.

Zeker van de te volgen lijn betaalde-ie z’n rekening — liet voor mevrouw de weduwe Menzei Polack ’n briefje achter, waaiün-ie haar adviseerde onmiddellijk bij aankomst te Amsterdam ook aan het Hoofdcommissariaat een gedetailleerd opgave van ’t gestolene te deponeren — schoot in z’n jas, en was al bij de deur, toen-ie zich ’n grenzenloze stommiteit herinnerde.

Zo iets kon je alleen door te weinig slaap, en in ’t jachten om je vlug aan te kleden gebeuren.

Z’n browning had-ie onder z’n hoofdkussen — tic van de politie-beambte, die ’t wapen altijd onder z’n bereik hield — vergeten. Voor ’n paar jaar had-ie ’t zelfde, maar te laat beleefd — nou kon-ie ’t nog vlug herstellen.

Eenmaal boven, keek-ie in de kamer waar de Aimards geslapen hadden. De deur stond half .aan. Je zou ’r voorbijgelopen zijn, als je aandacht niet door ’n paar kleinigheden getrokken was geworden. Ze hadden ’t electrische licht laten branden. Op ’t marmeren blad van de wastafel leien ’n aantal gouden mondstukj es van sigaretten, naast mekaar geëtaleerd, of degeen, die ze gerookt had, ze wetenschappelijk had willen tellen. Waar heb ik dat nog eens gezien?, vroeg Nathan Marius Duporc zich af. Z’n eigen kamer inhaastend, hanteerde ’m ’t geval, zag-ie in z’n herinnering nog zo’n ris je mondstuk j es, maar ’t viel ’m in z’n gare hoofd niet dadelijk in — op dezelfde manier kon je ’r over piekeren, als ’n naam je ontschoten was....

Snel stopte-ie de dienst-revolver in z’n achterzak.

De andere kamer opnieuw langsstappend, bleef-ie nog eens staan. In de weerkaatsing van de spiegel zag-ie de

64

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.