complot verdiend hebben met ’r onschuldige grap! Nou, enfin.... dat zijn onze zaken niet, jammer genoeg!.... Kom, baas, ik ben moe van al dat vervloekte gesappel voor niemendal, ik heb behoefte aan een beetje frisse lucht: ik ga een bioscopie pakken!”
En nog vóói) de Chef kon antwoorden, was Duporc verdwenen. Buiten, in de bleke koestering van een helder winterzonnetje werd zijn stemming spoedig milder, en op de hoek van dei Damstraat smolt alle bitterheid uit hem weg bij de glimlach van Connie’s kleine, rode mondje, en brutaal met haar gearmd stevende hij de Kalverstraat in, waar de helverlichte vestibule van de: Muntbioscoop het verrukte paaR opslokte.... Alle misdaden en boosdoeners, alle echte of gefingeerde moorden en berovingen lieten Nathan Marius Duporc op dit moment siberisch: hij genoot van de frisse lucht in de cinema, waar ze een „Wild-West-drama” draaiden....
En de duivel, die hem zag gaan, grinnikte, zoals een tegenstander grinnikt, die het spel gewonnen heeft.
Daarna keek Satan naar de Bankdirecteur om, die hij vond, champagne drinkende met zijn vriend, zijn dochter en zijn aanstaande schoonzoon, en hij hoorde de „jeune premier” van het gezelschap een dronk instellen op de lichtelijk belatafelde familie Jones en op de brave heer van de recherche, die hen zo knap ontdekt had en hen zo lekker moest laten lopen. Zij lachten allen, ongedwongen, als mensen met een zuiver geweten en een tevreden hart. En de duivel lachte mee, en maakte zijn rekening op.
Dan wendde hij de blik naar de Weteringschans, door-boorlde met zijn groenkollende ogen de zware muren en verheugde! zich in de aanblik van zijn speciale vriend Jaapje Eekhoorn, die languit op zijn brits lag, onrustig keek en mompelde: „As ze me, gossammekrake, nie los-wurme, en gauw, ook, hang ik de hele bende van Jean Cartouche an me eige zakie op, daar kenne ze donder op zeggen, en nog het een en ander meer.” De duivel glimlachte toegefelijk, zoals men doet tegenover' de verlangens van kleine kinderen: hij wist, dat het kind zijn zin zou krijgen/____
In de cel ernaast hoorde hij een geaffecteerde stem tegen een heimelijk onthutste bewaker kraken: „Beste vriend, doe me een genoegen, en laat mij alleen. Ik wil uit de beursnoteringen, die ik in de vlucht opving, berekenen hoeveel ik vandaag door de stijging van mijn bankaandelen heb ver{diend. Breng; me over een half uur het diner, vergeet die) hors d’oeuvre niet, noch ook de parelende wijn van Chateau La Pompe, premier cru,
200