De moord in de trein

er geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor zijn medeplichtigheid aan de diefstal der valse stenen en sieraden — de gearresteerde Jacobus Eekhoorn weigert beslist iets dienaangaande los te laten. Deze onopgehelderde! hoofdzaak is het gebeurde in de D-trein zelf, niet de daad van het zogenaamd bloederig drama in de Slaapwagen, maar Wat kort na het kwistig gebruik maken van anorganische kleurstof op ’t beddelaken, in een der compartimenten geschied moet zijn. Aan te nemen valt, dat de beruchte Karel Jan Tulp, na de bewusteloze dame van haar sieraden beroofd te hebben, door mijn trekken aan de' noodrem zelf overvallen, de waardeloze simili-stenen uiterst-snel aan zijn kleine handlanger ter hand stelde, het eerste het beste compartiment binnenvluchtte, daar de vermoorde bankier met zijn moordenaar aantrof, bezig zich te verkleden, en van deze samenloop van omstandigheden gebruik maakte, om ’t reserve-dames-costuum en de reserve damespruik in beslag te nemen. Ik veronderstel dat Tulp die coupé bij ’t stoppen van de trein langs del loopplank bereikte, daar de heren Rondeel en Kikker bij het ondergaan van hun gedaanteverwisseling wel niet verzuimd zullen hebben de coupé-deur normaal te sluiten. Ik erken volmondig dat hier een schakel in mijn verslag 'ontbreekt, maar ten allen tijde mocht men beweren Fines coronat Opus, waaraan ik vermeen te mogen toevoegen het fluimen operibus, gezien de grote moeite om de dammen rondom deze vloed van verwikkelingen te vervolmaken. Het gaat mij hs;-trekkelijk zelfs niet aan op welke wijze de edele verbroedering in de trein geschiedde, of er reeds vroeger enige kennismaking had plaats gehad, of dat de relatie eerst in de hotelkamer beklonken werd: voor mij telt de ontbrekende schakel niet in die mate mede, van af het ogenblik, dat ik onaantastbaar aantoon, dat op het door mij op bladzijde 35 aangeduide ogenblik, in de nacht volgende op die moord, er een af gedwongen genoeglijke of ongenoegelijke conferentie bij whiskey in de bewuste hotelkamer van het Hotel Ponsen tussen Arthur Rondeel (het slachtoffer), Jan Kikker (Po'Ste-Restante-adres René Rana te Marse’ille), met de heer Josephus Bok (een der moordenaars), Karfel Jan Tulp (berucht hotelrat) en Jaapje Eekhoorn (oplichter en zakken-roller, met eerbied-waardigen staat van dienst) gehouden werd; dat de handtekening van de heer Henri Aimard op de door mij met beslag belegde bladzijde van het Vreemdelingenboek (Bijlage 63) met het handschrift van Jaapje Eekhoorn tot in finesses correspondeert; dat Mevrouw Aimard niemand anders is dan de keurig-geschoren Tulp,, die er ongetwijfeld in travesti verlokkend moet hebben uitgezien,

181