XIV.
EEN INDERDAAD LAATSTE HOOFDSTUK, WAARIN NATHAN MARIUS DUPORC EEN UITVOERIG RAPPORT SCHRIJFT. KOFFIE ZONDER SUIKER EN MET ZURE MELK DRINKT, LOSBANDIG-LAAT IN DE MANESCHIJN WANDELT, NICHT ANNA HET SOMBER PAD DER ZONDE BETREEDT — JAAPJE EEKHOORN DOOR Z’N MOEDER IN ’T HUIS VAN BEWARING BEZOCHT WORDT, EN ZICH IN DE AANSCHOUWING DER VROUW, ANALYTISCH EN PSYCHOLOGISCH, ONVOORWAARDELIJK BIJ STRINDBERG AANSLUIT — HANS THYSSEN HET VOORARREST MET DERTIG SONNETTEN EN HET ONTWERP VOOR TWEE NIEUWE DRAMA’S VERLAAT — JOSEPHUS BOK, RIDDER VAN ’T LEGIOEN-VAN-EER VAN DE EFFECTEN-BEURS WORDT GEDRONGEN — CHARLES JEAN TULIPE EEN EDELE ROL SPEELT — EN MEERDERE ANDERE BELANGWEKKENDE GEBEURTENISSEN PLAATS GRIJPEN, DIE ZICH NIET ALLE AAN ’T HOOFD VAN DIT KAPITTEL LATEN CATALOGISEREN, OMDAT ’N GOED-ONDERLEGD AUTEUR NIET AL ZIJN KRUIT A PRIORI MAG VERSPILLEN.
’t Was in die dagen, dat de Inspecteur der Centrale Recherche zich geen moment op ’t Hoofdbureau vertoonde.
Wel meldde Zevenster zich dikwijls telefonisch bij z’n dagelijke Chef, hadden ’r langs die weg herhaaldelijk conferenties plaats, werden ’r vertrouwelijk instructies gegeven, maar nicht Anna, die óók ’r gave en gerijpte intelligentie bezat en meer dan tien moorden en vijftig inbraken met neef mee had gemaakt, snapte ’r geen jota van, dat-ie in ’n geval, dat de hele Pers door de geheimzinnigheid en laksheid der Politie in opstand begon te brengen, kalmpjes thuis bleef, en in ’n geel-bruin gedampte kamer uren en uren, folio vellen volschreef, of-ie: aan ’n feuilleton voor De Courant bezig was en per bladzijde schrift betaald werd.
Eerst tegen etenstijd, in de naschemer, ging-ie uit, keurig geschoren en met iets over en aan zich,, dat ’n nerveuze! ras-vrouw prikkelde. De eerste tweemaal-vier-en-twintig uur had zij niet onder woorden kunnen brengen welk onkruid ’r om en in de oase van z’n correcte ambtenaarsziel, die ze zo had leren kennen als de voortuintjes van de overzij-buurtjes uit de stad waar hij en zij geboren waren, welk perfiede onkruid ’r met gretige drang ontloken was. Hij deed wat raar, wat anders, wat buitenissig, en om ’t maar ineens te zeggen: wat mal voor ’n man van die leeftijd. Hij rook naar odeur, kocht nieuwe
177