gen... Hier gaat ’t litteeken.... En vanaf dien ellendigen dag ben ’k verloren....
— Als de nervus opticus, de chiasma ner-vorum opticorum enz. onaangetast zijn gebleven is niets verloren, meneer, zei de geleerde, plots in beminnelijken toon: en als ü tot operatief ingrijpen bereid is, ben ik het ook....
— Ik heb niets meer te wagen....
— Goed — maar dan op één heilige voorwaarde — op handslag en eerewoord — meneer Joep: wanneer de enting lukt, of niet lukt: u verplicht zich tegenover iedereen te zwijgen, niemand in ’t vertrouwen te nemen, en mij van uw bevinding en waarnemingen op de hoogte te houden....
— Op mijn woord van eer....
— Dat is me voldoende — en dan kunnen we dadelijk ingrijpen.... Ik zal u chlorofor-meeren om alle accidenten te voorkomen.... U mag van geluk spreken — ik heb ’n stel buitengewoon-sterke oogen bij de hand, meneer....
— Van wie?....
— Dat zeg ik later. De principiëele zaak is, dat u weer leert zien.... Geef me uw arm.... We doen ’t in ’t kabinet....
!7