29
BUIKSPREKER .*
Ja?
DE JUFFROUW I
Ik weet niet hoe ik ’r kommen mot, nee, dat weet ik bij God niet . . . Twee kamers leeg en ’n opeter in huis . . . ’k Hè-me kruis en me kerkboek al na de Lommerd gebracht . . . ’k Loop op me tandvleesch — asjeblief . . . BUIKSPREKER :
Nee, nee, nee, dat ken je niet doen voor de dames en heeren ! . . . Jt Is hier geen ballet . . .
DE JUFFROUW :
. . . 'k Zit in de schuld bij de kruijenier — de slager mot behalve dat van de vorige week ’n pond lappies en ’n half pond vet van me hebben — en de huur — de huur . . . buikspreker:
Als je vriendelijk met den huisheer praat . . .
DE JUFFROUW :
. . . Ja jij heb makkelijk klessen . . . buikspreker :
. . . Nou, nou, nou — 'k geef toch maar goeien raad . . . de juffrouw :
... Wat schiet ’k daarmee op ? . . . Vrindelijk praten ! Vrindelijk praten ! Die laat met zich praten ? Die leit as ’n hond voor je deur — die gaat de vloermat niet af . . . Gotogot, als ik is ’n woordje mocht zeggen in Berlijn of an die smerige ...
BUIKSPREKER !
Pas op, we zijn niet alleen . . .
DE SOLDAAT .*
Hohoho ! Gischt! Puh ! . . . Die alte Schachtel ’n woord zeggen ien Berlin . . . Wij zouen oem vallen van het lachen ! Hohoho ! Ien zeventig daat was een jaar ! Da haben wir vier mal hundert tausend Franzosen und twaalf tausend Offizieren in sieben maande gevangen ... En