75
kleinigheden. Als Marre oppast, hoop ’k dat ze bij ons ’t huis uit trouwt. Dat is meer gebeurd. En dan hebben meneer en ik ’r altijd plezier in gehad, de meisjes te bedenken. Ziezoo, nu is ’t onweer van de lucht. Blijf u maar gerust even zitten, en tik V eens op de vingers. Dag grootmoedertje. (zich omkeerend) Heb je ’t nat opgenomen, dat de bonne straks gemorst heeft ?
Marre. Ja, mevrouw.
Mevrouw. Dat is goed. Maak asjeblief over zulke kleinigheden geen dispuut meer. En laat Jan dadelijk na den electricien gaan. (af).
Elfde Tooneel.
Koosje. Marre. Jan.
Marre (na een lange stilte). Wat ze gezeid heit
van de bibliotheek, dat is____ dat is.... Ga
je weg?
Koosje. Ja. ’t Is niet zuiver, niet zuiver.
Marre (driftig-bewerend). Toen ’k bezig was te
stoffe, toen, toen Hij zee Hij vroeg----
En toen dacht ze.... En van die middag.... die middag .... De winkel sting vol.... Dr ware ’r tien voor me ....