129
Juul (:valsch). Hei-jij nie gezien toe flesschie brak ?
Bet je (vinnig). Nee. Nee. Ik speel geen ver-raaister !
Aagje (zingt zachtjes). Elles sont toutes fraîches et closes — venez choisir à votre goût ....
Juul (vinnig over ’t gezang heen). Ze speelt geen verraaister! 'k Zei maar nie zegge wat je wèl speelt!
Bet je (kijverig). *k Wou da-’k je valsche gezicht niet de heele dag over me had!
Cornelis. Ouwe wijve! Mot je geen haarspelde hebbe ! (gaat over naar Leuntjes bed’ beruikt de bloemen).
Juul Spinnig tot de binnentredende Zaalmoeder). Mag dat gebler nou maar zoo?
Zaalmoeder. Beginne de hummeure weer?
Juul. ’k Hei d’r uit ’n flesschie zien proeve — die daar ook!
Bet je. Dat liegt ze!
Juul. Jij liegt!
Cornelis. Suscht! Suscht! (wijkt angstig achteruit). ’k Geloof dat Leuntje.... (tot de Zaalmoeder). Zou je niet is kijke?
Bloeimaand. 9