io5
Vijfde Tooneel.
De vorigen, zonder Cornelis. De Zaalmoeder.
Betje. Hèhèhèhè! Je zou zegge! Je zou zegge! {zij gaat weer naast haar bed zitten, snijdt een reepje snijkoek. Koosje leunt achterover. Geesje verzet haar stoel, leunt het hoofd op de armen, slaapt in met den rug naar de zaal. De Zaalmoeder treedt binnen, met een mand kommen en schotels, legt er op elk nachtkastje of op de onbeslapen bedden, gaat heen).
Fietje. Ik zeg, dat de naje van de deure tochte. Ik ga 't me lekkertjes make — en me krantje leze (zij laat haar bovenrok glijden, stapt in bed, zet haar bril op, schreeuwt tot Dien) Ben je uit geweest? (harder) Ben je uit geweest?
Betje (koek-smakkend). Hèhèhèhè! Wat schreeuw je voor niks! Ze verstaat je toch niet, al gil je r in d’r oore!
Fietje. Zoo’n doove kwartel! (leest).
Betje (wat water uit een trekpotje gietend op yn verdord plantje van de vensterbank). Je zou zwére dat ’r ’n knoppie an gekomme is. Ja, weratje d*r zit ’n knoppie an. Hoe is ’t gosmogelijk, ’n plant die 'k zes jaar heb.