DE WIJZE KATER
TWEEDE TOONEEL JONATHAN SCHOENLAPPER
SCHOENLAPPER (door venster sprekend) Nou wordt het mijn beurt, meneer! Ik sta hier al ’n poos af te luisteren op wat voor manier jij den bakker mishandelt!. ... Ik ben niet van zins me ook zoo te laten afschepen.... Ik heb voor een maand fatsoenlijk je schoenen gezoold en geachterlapt en nou mot ik fatsoenlijk of onfatsoenlijk m’n geld of ik kom niet van m’n plaats!
JONATHAN Ik vrees, schoenlapper, dat je dan langer dan je lief zal zijn, op die plaats zal moeten schildwachten, want ik hèb het niet, zoo waarachtig als de aarde om de zon draait en de planeten zich in elipsvorm bewegen....
SCHOENLAPPER Het is goed, vriend. Ik heb geduld,
JONATHAN Ik ook. En zonder mezelf te vleien: het is een van mijn weinige deugden.
SCHOENLAPPER Voor een maand heb ik de schoenen, die daar staan, gezoold en geachterlapt....
JONATHAN Ja, helaas, voor een maand! Had ik ze toen, met overleg en met gedachte aan de toekomst, dadelijk betaald, dan zou ik nu het recht en het voorrecht hebben je te vragen: schoenlapper, zool en achterlap ze nog eens, want ik loop op mijn vergankelijk tandvleesch....
SCHOENLAPPER Al zou je op je bloote voeten naar me toekomen: voor jou heb ik geen zooien en achterlappen meer! Jij had niet geboren moeten worden!
JONATHAN Maak daar mijn moeder en vader een verwijt van!
SCHOENLAPPER Je vader? Die draait zich in zijn graf om! Dien zou ik tot het uur van mijn dood crediet hebben gegeven, maar jou....
JONATHAN Heb je er wat op tegen, dat ik verder ontbijt?
SCHOENLAPPER Jij komt van een slechte reis thuis!
6