DE WIJZE KATER
EERSTE LAKEI Allemachtigste Hemel!
OPPERHOUTV, De ratten! (In de achterzaal klauteren een aantal ratten tegen het behang op, Enkele vluchten de voorzaal binnen en klimmen in radeloozen angst tegen de zuilen der zijwanden op).
KONING (springt op een der zetels onder het baldakijn) Wat is dat! Wat gebeurt er?
HOFMAARRS. Uw Majesteit kan zich er zelf van overtuigen: de ratten, het gespuis, het crapule, het bestiale plebs, trekt zich in stormloop terug!
OPPERHOUTV, De meest toegewijde dienaren van Uwe Majesteit hebben geen woord onwaarheid gesproken!
RENTM. (bij de achterdeur) Het is een sauve-qui-peut, Majesteit!
KONING Jean, droom ik?
JEAN (Eerste Lakei) Nee, Sire, Uw Majesteit is wakker!
KONING Pierre, ben ik wakker?
TWEEDE LAKEI De sallemanders en krengen hebben de koorts op d’r lijf, Sire! Voor mijn part steken ze allemaal de moord, de verrekte judassen!
KONING Dank je, Pierre. Ja, nou kan ik niet anders dan wakker zijn. Zoo praat 'r maar één aan mijn Hof!.... Dus, de ratten....
HOFMAARS. Daar komt de man zelf, Sire. Permitteert Uw Majesteit, dat hij z’n opwachting maakt?
KONING Laat binnen, laat onmiddellijk binnen!
56