eenentwintigste toneel. Kniertje, de boekhouder
mathilde, onzichtbaar: Kaps! Kaps! De boekhouder staat op, verdwijnt een ogenblik, keert terug met 'n schaaltje en een ge-emailleerd pannetje:
de boekhouder, goedig: Of je de schale bij gelegenheid an-reikt-en of je zaterdag weer wil komme schoonmake. Zij staart voor zich uit. Vrindelijk legt hij haar willoze handen om schaaltje en pannetje, en sloft naar z’n kruk. Een stilte. Kniertje zit onbewogen, smartelijk-versuft, mumt met de lippen, staat moeilijk op, strompelt het kantoor uit. Het geklos van haar klompen klinkt na in de stilte.
Einde van het vierde bedrijf Amsterdam, 15 oktober-9 december 1900
78