Op hoop van zegen

Titel
Op hoop van zegen

Jaar
1901

Druk
1965

Pagina's
77



hè, wat ’n wind!... Hoor is!... Hoor is!... Straks komme de panne na beneje... jo: Nou, vertel verder...

cobus: ...Wat ’k zegge wou-’t is voor Daantje ’n geluk, dat-ie buiten westen leit-bàng as die was voor de dood... bang... clementine: Dat zal iedereen toch wel, Cobus... cobus, diepzinnig-eigenwijs: Iedereen! Da’s hoe je ’t opvat. As morrege-de-dag mijn beurt komt-dan denk ’k: we motte àlle-maal-dat wast ’t water van de zee niet af-God het gegeve-God het genome.-Nou mot je is prakkizere-en niet làche-God neemt ons en wij neme de visse... Op de vijfde dag schiep-ie de zeegedrochte en ’t gedierte, waarvan de watere wemele en zei : wees vruchtbaar en-zégende ze-dat was avond en dat was morrege, dat was de vijfde dag.-Enne op de zèsde dag schiep-ie de mens en zei óok: wees vruchtbaar en zégende ze... dat was wéér avond en wéér morrege-dat was de zèsde dag... Néé, nou mot jij niet lâche-lâche is geen kunst-je mot prakkizere. As ik nou op de haringvangst was-of op de zoutreis, dan dorst ’k menigmaal niet te kake en niet te snije. Want asje ’n haringkop met je duim links douwt en met je kaakmes ’t gelletje ’r uit licht, -dan kijkt zo’n beest je an met-met oge zó verstandig-en toch kaak-ie je twéé kantjes in ’t uur... Enne om kele te snije -één ton kele uit veertienhonderd kabeljauwe-dat zijn acht en twintig honderd oge, die je ankijke... niks as ankijke... énkel ankijke.-Vraag hóéveel visse ik al niet doodgemaakt heb-d’r ware d’r weinig die zo zuinige grate en vette levers wiste te snije ...Tja, tja,-en bang as ze ware-bàng-ze keke naar de wolleke asof ze zegge woue: hij het ons net zo goed gezegend as jullie en hoe mot dat nou?-Ik zeg wij neme de visse en God neemt ons.-We motte allemaal-de beeste motte-de mense motte-enne omdat we àllemaal motte-motte we eigenlijk geen van alle-da’s nou net alsof-ie ’n volle ton in ’n lege ton overschept.-Bàng zou ’k zijn, as ’k alléén bleef in de lege ton, maar met z’n alle in de andere ton-néé-bang zijn is niks gedaan,-bang zijn da’s wille staan op je tene om over de rand te kijke... kniertje: Is dat nou praat as ’t nacht is... ’t Lijkt wel of-ie ’n slokkie op heb.

cobus: ’n Slokkie? Nog geen kommetje leut!... Is dat Simon? kniertje, luisterend tussen de bedsteden: Heb ’k nou gelijk met

48

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.