derde toneel. De vorigen, Cobus
cobus: God zal me zeegne! Dat scheelde geen haar... jo: Ben je bezeerd?
cobus: Ik kreeg ’n tik voor me achterwerk-die raak was. As daar nou is me kop had gezete!... De boom naast ’t varkeshok is in tweeën gebroken as ’n-as ’n goudse pijp... kniertje: Is die op ’t hok neergekomme? cobus: Gloof ’k haast wel...
kniertje: As de boel maar niet in mekaar gezakt is.—’t Hout is zo rot.
jo: Ach wel nee! Tante denkt altijd ’t ergste... Verwonderd. Oom Cobus-hoe kom jij bij de weg-óver achten-en in dat beeste-weer...
cobus: Dokter hale voor Daan... clementine: Is ouwe Daan ziek?
cobus: Tja-de ouwe dag-is zo ineens gaan legge-houdt niks in-de bone met speksaus braakt-ie met permissie... clementine: ...Krijgt zo’n zieke, oude man bóne met speksaus?...
cobus: Tja... de moeder zal ’n kippetje braje of ’n lap biefstuk bakke!... Ze het de smoor in dat ze ’m ’s morgens ’n ei mot klusse... Vanmiddag is-die allemaal wartaal gaan prate-van de beug uitzette-en de baaklijn viere-en van valle om de Noord-‘’t Loopt af,’ zeg ’k tegen moeder. ‘Als ’t bij jou maar niet afloopt,’ zeit zij-ik zeg, ‘moeder, de dokter mot gehaald worde’-‘Bemoei je met je eigen,’ zeit zij: ‘ben jij de moeder of ben ik de moeder?’-Toen zeg ik: ‘de moeder ben jij.’-‘Nou dan,’ zeit zij... Maar nou strakkies zeit ze: ‘je most toch maar de dokter hale.’ Of dat vanmiddag niet gekend had! Ik kom bij de dokter en de dokter is op reis. Nou ben ’k bij Simon an geweest om me met de hondekar na de stad te rije. jo: Komt Simon dan hier?
clementine: Als dronken Simon je rije mot, heb je kans van de dijk te rolle... cobus: Maar hij is vanavond niet dronken... jo : Nou-da’s ’n streep an de balk. Mot de dokter mee in de hondekar? Hahaha!
cobus: As die lust het, waarom niet?-Wil ik je is wat zegge-
47