TWEEDE BEDRIJF
Zelfde kamer als voren eerste toneel. Jo, Simon, Marietje jo, bij de tafel:... Hè!
marietje: DaèMagL. Ze zijn er nog niet...
simon: Nee, ze zijn er nog niet.
jo: Loop je alweer vort?...
simon: Da’s te zegge...
marietje: Jessus, vader, blijf nou zolang.
simon: Jawel-ik zal niet van de deur af... ik mot...
marietje: Je mot niks... Toe nou...
simon: Wel sallemanders, ben ’k ’n kind?-’k mot-’k mot... Domp af
tweede toneel. Jo, Marietje, Kniertje
marietje: Doe daar wat tegen... Dat begint ’s morgens vroeg. jo: Is-die weer zó erg?
marietje: Je had ’m eergister motte zien-’t halve dorp achter ’m. Ach! Ach! Toen moeder leefde, dorst-ie niet. Die sloeg ’m op zijn gezicht, as-die na jenever stonk. Laat ik dat is probere! jo, schaterend: Je zegt dat as of je... HahahaL. Mèes most je hore!
marietje: Mees heb ’k nooit zien drinke... En vader vroeger zelden, hoor. Enfijn-ik kan geen kurk in z’n mond stoppe-ik kan ’m niet an ’n touwtje vasthoue. Kijkt door het raam. Natuurlijk vort-bij de rooie. Akelige dronkelap!-Hoe oud is Kniertje vandaag geworden? jo: Een en zestig. Kras voor d’r leeftijd, hè? Ga zitte.-En vertel is - vrolijk - wannéér ga je trouwe?... marietje: Dat hangt van de reis af-Zie je, we wöuwe wel dalijk. Glimlachend aarzelend. Want-è... Want-è... Nou, je begrijp me wel... Maar éérst most Mees z’n papiere late komme-veertien dage voorhange-dan zit-ie lang en breed op zee.-Nou, vijf wekies, vijf wekies, gaan gauw genoeg voorbij. jo, blij-geheimzinnig: Wij trouwe in december.
27