21
*t feest na bed most — en toen zaten ze eindelijk dik over elven, met z’n allen met parelmoer-lichtende brilleglazen onder de dansend-snurkende lamp en dronken heerlijk-kille, dunne pap uit kopjes, bitterglazen en eierdopjes — ijs met rugge-merg was ’t niet — en aten ’r 'n boterhammetje bij — en lazen de gebruiks-aanwijzing nog eens hardop, om ’t den volgenden dag met vruchtenijs of mokka te probeeren...
Moe, met gesloten oogen, leunde tante Sprans achterover — en melankoliek door de herrie van dien dag en ’t avontuur met de machine — vouwde ze 'r handen en smeekte den lieven, goeien God, dat-ie 'r in leven zou laten tot minstens ’r volgenden jaardag bij zulk gezegend, eigengemaakt ijs...