De Machien

Titel
De Machien

Jaar
1899

Druk
1925

Pagina's
38



95

Gerrit. Dan is 't maar goed dat jouw tijd voorbij is.

Willem. Nog niet droog achter z’n ooren en praats voor *n kerel van zestig. Wacht je verstandskiezen, kwajongen.

Gerrit. Dat mag jij zeggen! Zee ’n ander ’t, dan ging ’r ’n oog toe! Verstaan?

Willem (dreigend), 'k Ben nog niet te oüd om jou....

Arie. Wees wijzer, Willem ! Gun ze d’r lol! Ik wil wel weten dat ’k onderkropen heb (driftig schavend). Ik heb ’t nooit slecht gehad — ik heb ’n vrouw — ik heb ’n nest kinderen op me dak — ik heb genoeg zorg thuis — meer as me lief is — ik begin geen kunsten.

Jacob. Had ik geen vrouw? Had ik geen kinderen ?

Arie. Jij ben jong — ik kan elk oogenblik uitstappen — ik m&g dat niet — dat ken ’k niet verantwoorden.

Hein. As jij en Willem èn de ouwe Bart èn Steen èn Koppert de boel niet verpest hadden — hadden we onze zin gekregen. Nou het niémand wat!


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.