De groote vlucht

Titel
De groote vlucht

Jaar
1908

Pagina's
173



98

neuzen in wat anders dan boter terecht zouen zijn gekomen 1 Wat zeg je ’r van?

Mari a. Wat ’k ’r van zeg? . ..

I d a. Begrijp je ’tniet? Vader — vader is zoo vrij als wij....

Jan.... Is meneer? . ..

Maria. Jessis, jessis, hoe het u ’m dat geflikt ?

I d a. . . . Terwijl-ie gelucht werd, zijn de zoon van Lasso en ik als ’n paar raven neergeschoten, en eer de wachter ’r bij was, waren we hoog en droog — vader aan onze ballasthaken. . . .

Jan.... Dat snap ’k niet. Met zóóveel schildwachten. .. .

I d a. Ik ook niet. Maar we hébben ’m. Hier dorst ’k ’m niet brengen. .. .

Maria. Waar is meneer dan?

I d a. Bij Lasso — op de zolderkamer.

Mari a. En meneer Lasso was daarstraks hier — heeft geen woord gezegd.

I d a. Die was ook nog niet thuis. Is dat de post van vandaag?

M a r i a. Ja juffrouw.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.