DERDE BEDRIJF.
Het tooneel ver-beeldt de zolderkamer ten huize van Josua Hildebrand. In den glorenden achterwand twee vensters met uitzicht op daken en schoorsteenen. Door het eene, dat open staal, hangt het touw van een hijschbalk. Van het linker-venster tot aan den voorgrond bevindt zich een rastering van houten latten, met een deur van latten. Aan de binnenzij van dit rasterwerk hangen gordijnen. Eerste plan, links, een ijzeren bed. Tweede plan, links, een kast. Bij het linker venster, een waschtafel. Aan de binnenzij, tegen de latten aan, een kleine tafel en eenige matten stoelen. Eerste plan, rechts, de naar beneden voerende trap, me/ leuningen om de trap-opening heen. Tweede plan. rechts, een smal zoldervenster, waarvoor een vijf-treedscli trapje aan is gebracht. Tegen het rasterwerk, oeer de trap-opening, s/ytc// eer/ ee/ri-bed. Aan de andere zijde der latten-deur, een bank. Voorts eenige stoelen, een kleinere bank voor de trapleuning, en «an een zestal droogrekken een familie-wasch. Bij het rechtsche venster een Irekschel. Avondschemering, Zonnegloed over de daken.