79
Vorst (norsch). ’t Is goed. U kunt gaan. (hem verwoed terugroepend). Wat gaat u nu?
K om mandan t* Uw Hoogheid zei toch, , , .
Vorst. Dus t valt u niet in, me te vragen hoe ’r gehandeld moet worden, als straks, of vanavond, of vannacht Zijn Hoogheid terug wenscht te vliegen? Moet ’r dan maar weer geschoten worden ? Is ’t uw plan de dynastie uit te moorden?
K o m in and ;i n t. Als Uw Hoogheid daaromtrent bevelen wil geven....
V orst (grimmig denkend). Kr wordt — er wordt tot nader order — niet meer, op niémand meer, geschoten.... Seinen! Seinen! Overal heen seinen ! .. . (Plnms begeeft zich op het balkon, praal met de schildwachten. De adjudant begeeft zich haastig in het paleis. Ook de kommandant wil heengaan)... . Een oogenblik nog! . . . IJ arresteert onmiddellijk den gouverneur van Zijn Hoogheid_____
G o u v e r n e u r. . . . Uw Hoogheid, ik heb ’t niet in mijn macht gehad....
Vorst. U kent uw plicht niet, professorI Als ik mijn zoon aan uw zorgen toevertrouw, dan is u de verantwoordelijke en niemand anders — dan moet ü bij z’n vlucht behulpzaam zijn geweest, omdat ’r geen venster in ’t slot zonder tralies is____