58
Plums. Nee. Uw Hoogheid. .Pc politie, de lijks veld wachters, de militaire posten aan de grensstations — alles is in de weer geweest... .
Vorst.... Hou maar op! ’n Bende ezels! Menschen, die voor niemendal deugen, sacrénom!
Plums. Met uw verlof, Uw Hoogheid — ’t is buitengewoon moeilijk ’n kwajongen te arresteeren, die enkel uit de wolken of uit de boomen naar beneden komt, als-ie z’n weg veilig weet. . . .
Vorst.... Jawel! Jawel! Maar als jullie ’m dien eersten nacht beter hadden bewaakt, had-ie niet kunnen ontvluchten. . . .
Plums. Wie kon voorzien, Uw Hoogheid, dat een van z’n vrinden ’m met ’n vliegmachine zou komen halen? ’t Is nog ’n wonder, dat we den vader, dien ouwen schavuit, in onze handen hebben gehouden....
Vorst, ’k Zou dien kerel.... (de twee schildwachten op het balkon, roepen driemaal: „Halt!” leggen aan, schieten, wandelen weer rustig op en neer). Goed zoo. Jammer dat ’t niet raak is geweest! (kijkt door de tralies). ... Een, twee, drie, vier.. . . Weer vier, die zich niet storen aan ’t dekreet, ’t dekreet van hoóger hand — weer vier, wnarvnn je ’t signalement niet opnemen kan, weer