(I o u v o r n o ii r. Dat is goed. . . . Dal is goed____
Nee, ’k ga zelf.... ’n Raadsel! ’n Raadsel 1 We zouden om half twee.. . ’k Zoek al ’n ruim.... Ik z o e k.... I k zoek....
DERDE TOONEEL.
De Vorige n. Plu m s.
P 1 u m s. (loeien middag, professor. Zoo gehaast ?
(1 ouve r n e u r. f leeft u Zijn Hoogheid Ossip ergens ontmoet?
P 1 u m s. Ergens ontmoet? U zou toch.. . .
Go uverneur Dat zou ’k Dat zou ’k____
Excuseer! (wil door dc voorste deur terug, wijkt onhandig voor den vorst vit). Pardon, Uw Hoogheid!
VIERDE TOONEEL.
Vorst. P I u m s. G o u v erne u r. Lakei.
Vorst (steunt op zijn slok, draagt gewone lorgnet). Goeien middag, (zet zich norsch, terwijl de schildwachten het geweer presenteer en, voor de antieke tafel. De lakei staat onbewogen voor dc achterste deur). Is u nóg niet uitgereden, professor? Hoe laat is ’t!