T
Waidemar. . . . De uitvinding van zekeren, . . .
Marius (snel).. . . Waarover Uwe Hoogheid voor ’n week of acht de eerste berichten voorgelezen kreeg — en waarover ik op advies van uw lijfarts niet in nadere détails trad, uit vrees voor nadeelige gevolgen voor de gezondheid van Uw Hoogheid. . . .
W a I (1 e m a r. . . . Die regenjas aan ’t kruis, Uw Hoogheid, is er door een van die vliegers, zonder respect, zonder eerbied, zonder godsvrucht — ’n geloovig man verzoekt den hemel niet met kunst-matige vleugels! — achtergelaten....
Marius.... En dat door mij voorgelezen bericht sloeg op ’n vlieg-accident. . . .
Vorst (na een stilte). Schenk me ’n glas water in. (drinkt). Nog ’n glas. Merci, (drinkt). Dus die hoed en die pet ? . . .
M a r i u s. Jawel, Uw Hoogheid.
TIENDE TOONEEL.
De Vorigen. K o m m a n d a n t. A d j u d a n t.
Kommandant. Tot Uw orders, Uw Hoogheid !
V o r s t. Heeft u dat — dat. .. (wijst naar de wolken) ... al ’ns persoonlijk gezien — mèt vleugels?