De groote vlucht

463

Ossip  Door de modder 1 Door de modder!...

Hahaha! Knap als u in de ozoon hier, één spetje vindt. . . .

Vorst.... Kom uit dien beroerden boom — dan praten we. .. .

Ossip. Nee pa.

Vors t. Ik ben jouw pa niet, bengel, kwajongen !

Ossip. Pa, u compromiteert door zulke on-heusche opmerkingen de vaderJandsche geschiedenis en wijlen mijn moeder!

V o r s t. Luister je, ja of nee, naar ’t ouderlijk gezag ?

Ossip. Als de vlag halfstok gaat, pa.

Vorst. Dat zal eerst na mijn dood gebeuren, ontaarde zoon, ontaarde....

Ossip.... Natuurlijk ben ik önt-aard, pa — de heele week was ’k zalig, zalig ónt-aard.. .. (Vorst struikelt bijna).... Heb ’k zien aankomen!... Daar heb je ’t! . . . De aantrekkingskracht van de aarde, papa!

V orst (op den grond — driftig). . . . Ossip, Ossip, voor ’t laatst — voor ’t allerlaatst — keer terug, keer terug op den beganen grond!... Je heb verplichtingen' tegenover de dynastie. .. .

'11*