152
Vorst. Wat zegt-ie?
Marius. Hij past....
Minister Hij past I Hij past!
Hildebrand. Ik pas, pas! Niet één! Niet één! (driftiger) ’k Heb van m’n lichaam geen ruïne gemaakt — ’t leven van m’n dochter niet honderdmaal gewaagd — voor rn nieuw middel van verwoesting! Néé. Néé. Ik ben niet van dat soort 1 . . . (omhoog wijzend). . . . ’t Daar, daar, wéér te beginnen — wie ’t vlugst vernielt — néé!...
Yorst. Met andere woorden: oorlog tusschen ons twéé?
Hildebrand. Pardon, door mijn vleugels is geen oorlog meer mógelijk.
Minister.... Tot vandaag hadden profeten twéé oogen, hahaha!
Hildebrand.... En was één-oog koning____
Yorst.... Dictator! Hahaha!
Hildebrand Dictator had m’n dochter
kunnen zijn, terwijl Uw Hoogheid zoo welwillend was me in den toren op te sluiten....
Y orst. Dus ’t zwaard van Damocles....
Hildebrand Hing aan ’n zijden draadje____
En daar hangt ’t nog. .. .