De groote vlucht

Titel
De groote vlucht

Jaar
1908

Pagina's
173



140

ook wel — c’est passé. En als ’t denkbeeld van ’n zoon met vleugels aan me te binnen schiet, als ’t einde van onzen stamboom, heb ik moeite om niet te zeggen....

Mari u s  C’est passé... .

Vorst  Nou verzoek ik je nog eens, me

niet altijd te willen aanvullen. . . . Dat bedoelde ik in de verste verte niet! (een donderslag). Heerlijk! Magnifiek! Wat ’n haast muzikale slag! Nu kunnen wij tenminste ’n uurtje van de zoogenaamde open lucht profiteeren — open lucht, om bij te lachen! ... Ook die is voor ons — passé. . . .

DERDE TOONEEL.

De V o r i g e n. Adjudant. Minister van Oorlog.

A d j u d a n t. (met parapluie). Zijn Excellentie, de Minister van oorlog. .. .

Vorst. Ja, Excellentie, we zitten hier! ’n Weer om te zoenen, nietwaar? Ga zitten (de lak^i schiet toe om den stoel te drogeyide adjudant gunt weer heen). Vannacht, toen de eene donderslag na, de andere kwam — ons 30 c.m. geschut doet ’t niet beter! — en ik de boomen hoorde kraken,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.