120
Lasso.... Mond houen!.... Dat je van die gekke dingen (wijst op z’n knoopsgat) — hier heb gekregen, telt voor geen mensch met kom-pleete hersens mee — maar dat je met zooveel geduld, zooveel opoffering, ten koste van je lichaam, iets voor de menschheid bereikt heb, waarvan we de gevolgen niet kunnen overzien, dat is — na de eerste nederlaag, de eerste débacle van ’t gouvernement — ’n tiendubbele gelukwensch waard! Er zullen geen grenzen meer zijn, Josua Hildebrand, geen önnatuurlijke scheidingen van de volkeren, geen kleine groepen om de groote te onderdrukken. .. .
Hildebrand.... Geen oorlogen. . . .
Lasso.... Geen oorlogen ! .. . Dat, Josua, hebben we voor ’n pootig deel, aan jóu te danken. ... In de groote ruimte boven onze hoofden — (naarde door de maan beschenen daken wijzend) — tus-schen de daken en de sterren, is ’t ’n onmogelijkheid. ...
Hildebrand.... Voor mekaar te buigen. ...
Ida.... Mekaar de hielen te likken.. . .
Ossip. Voor mekaar te kruipen!
Lasso.... In die groote ruimte, waar je alles in vogelvlucht ziet, is alleen plaats voor brééde