25
Nansen. Bronk, Bronk — ik geloof nog niet dat ’k jouw stem hoor....
Bronk. Ja, mijn stem, mijn te goeder trouwe stem ! Om minder is — en heb ik — den bisschop gewaarschuwd. Als geestelijken moeten we allen schijn vermijden, enkel de aandacht in de kerk trekken, niet in opspraak komen. Den tweeden, derden, vierden dag, had je ’n rijtuig moeten laten inspannen ....
Nansen. Mocht niet voor den dokter.
Bronk. En vandaag?
Nansen. Vandaag mag nog minder.
Bronk. Nog minder?
Nansen. Voor me eigen gevoel.
Bronk. Dat niet deugt.
Nansen. Dat me niet bedriegen kan.
Bronk. De plichten der kerk....
Nansen. De plicht van ’t geloof — mijn geloof, Bronk.
Bronk. ’n Vrouw hiér....
Nansen Is onder de hoede van God ....