3i
niet hadden te betalen, as ze niet goed waren uitgevallen??... Onder rembours!... Je koopt toch geen kat in ’n zak...”
„Nou, dat wordt ’n verrassing,” gromde Piet, die zich de minste zorg over de centen an had getrokken.
Met kwam Henk oploopen.
„Nou, waar is-ie?” vroeg-ie met de belangstelling van den man, die ’t idee had gehad — en ’t statiegeld had betaald.
„We kennen d’r na fluiten,” zei Jet: „de adder het ’t onder rembours gezonden...”
„En...?”
„En niks!” nijdaste Dirk: „ik had geen z e ven-en-twintig gulden vijftig... Toe het de vent van de post ’t weer meegenomen..
„Wel allemachtig!” verweet de koloniaal: „... jij was toch zoo góéd met de kerel... Jij zou ’t toch in orde brengen..
„Wat weerlicht!” keef Dirk: „heb ik de vent an ’n touwtje?... ’k Ben nog bij ’m angegaan... Was d’r niet!... Komt eerst vanmiddag boven water... As jullie je portie betaald hadden, had ik geen bezopen figuur geslagen...”
„Jij ken mijn niet wijsmaken!” vlamde de koloniaal op: „dat as je gewild had...”
„Groeit ’t bij jou op je rug?” viel Dirk driftig uit: „as we ’n stoel hadden gekocht, had ’k geen gesloten pak voor me neus gekregen!”
Toen, midden in ’t krakeelen der stemmen, piepte de deur. Groova, die drie-, viermaal aan de trap had staan roepen, of-ie eindelijk mocht, en van ’t ruzie-geluid niks begreep, glimlachte de kamer in.
„As jullie me vergeten,” sprak-ie de vijandige stilte toe: „mag ik wel ’n kijkje nemen, watte?”
Hij had zich lekkertjes geschoren, ’n schoon frontje en ’n witte das angelegd — hij smookte de nieuwe houten pijp, die Jan ’m as eerste cadeau, bij z’n ontbijt, op z’n bed had gebracht — keek met vochtige oogjes de kamer-verheuging, ’t vlaggedoek, ’t sparre-groen, den versierden leunstoel af.
„Wel gefeleseteerd, vader,” zei Jet, ’m op de twee perkament-wangetjes zoenend: „en nog lengte van jaren!”
En de andere dochters en de kinders zoenden ’m — en in den